_____________________________________________________________________________________________________________________________________

Shar-Pei rasstandaard (Nederlandse vertaling)

 Dinsdag 24 augustus,

Op 25 januari 1994 werd door de F.C.I. een nieuwe rasstandaard gepubliceerd. Deze nieuwe standaard bracht destijds nogal wat commotie teweeg. Nu, ruim 5 jaar later, is de rasstandaard opnieuw gewijzigd. Deze wijziging kwam bij iedereen als een volslagen verassing. Onderstaand treft U de nieuwe standaard aan zoals deze vanaf 14 april 1999 geldt.

Medio augustus 1999 zijn enkele wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen zijn reeds in deze versie geïmplementeerd.

De Nederlandse versie is door de SCN in eigen beheer vertaald en dient slechts om het Engelstalige origineel voor Nederlandstalige leesbaarder/begrijpelijker te maken.

De hier gepubliceerde versies kunnen NIET als officiële referentie gebruikt worden. Hoewel alle zorgvuldigheid is betracht bij het overnemen en vertalen van de rasstandaard, kan de SCN niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en/of typefouten in dit document.

---------------

 FÉDÉRATION CYNOLOGIQUE INTERNATIONALE

SECRETARIAT GENERALE: 13, Place Albert 1 – 8 6530 Thuin (Belg.)

F.C.I.-Standaard Nº 309 / 14.04.1999 / GB

 SHAR-PEI

Oorsprong:

China

Beschermheerschap:

F.C.I.

Datum van publicatie van de originele geldige standaard:

14-04-1999

Gebruik:

Jacht- en waakhond.

 

Indeling F.C.I.:

Groep 2 Pinschers, Schnauzers, Molossers, Berg-en Sennenhonden.

Sectie 2.1 Molosser, Mastiff type

Zonder werkproef.

Korte historische achtergrond:

Dit Chinese Ras bestaat reeds honderden jaren in de provincies rond de Zuid Chinese Zee. De stad Dialak in de provincie Kwun Tung is waarschijnlijk de plaats van oorsprong.

Algemene verschijning:

Actieve, compacte, kort en vierkant gebouwde hond, van gemiddelde grootte. Rimpels op schedel en schoft, kleine oren en de "nijlpaard" voorsnuit behoren tot het unieke uiterlijk van de Shar-Pei. Reuen groter en krachtiger dan teven.

Belangrijke verhoudingen:

De hoogte van de Shar-Pei vanaf de schoft tot aan de grond is ongeveer gelijk aan de lengte van het lichaam, gemeten van boeg tot zitbeen, vooral bij reuen. De lengte van de stop tot aan de neus is ongeveer gelijk aan de lengte van de stop tot achterhoofd.

Karakter en gedrag:

Rustig, zelfverzekerd, trouw, aanhankelijk aan zijn gezin.

 Hoofd:

Tamelijk groot in vergelijking tot het lichaam. Rimpels op het voorhoofd en wangen, overlopend in keelhuidplooien.

Schedelpartij:

Vlak en breed

Stop: Matig

Gelaat:

Neus: Groot en breed, bij voorkeur zwart, maar iedere kleur passend bij de vachtkleur is toegestaan. Ruime neusgaten.

Voorsnuit:

Een kenmerkende eigenschap van het ras. Breed vanaf stop tot aan de punt van de neus zonder dat deze spits toeloopt. Lippen en bovenzijde voorsnuit goed gevuld. Zwelling op de neusrug vlak achter de neus is toegestaan.

 Mond:

Tong, gehemelte, tandvlees en lippen: blauwachtig zwart heeft de voorkeur. Zwart/blauw met roze vlekken is toegestaan. Een egaal roze tong is hoogst ongewenst. Bij dilute-kleurige honden is de tong egaal lavendelkleurig.

 Kaken en tanden:

Sterke kaken met een perfect schaargebit d.w.z. de boventanden overlappen de ondertanden zonder tussenruimte en staan haaks op de kaak. De dikte van de onderlip moet niet zo extreem zijn dat hierdoor de beet wordt gehinderd.

 Ogen:

Donker, amandelvormig met een fronsende of ernstige uitdrukking. Lichtere kleur ogen toegestaan bij dilute-kleurige honden. De functie van de oogbol of ooglid mag in geen geval verstoord worden door omliggende huid, rimpels of haar. Elk teken van irritatie aan oogbol, bindvlies of oogleden is hoogst ongewenst. Vrij van entropion. 

Oren:

Zeer klein, tamelijk dik, gelijkzijdig driehoekvormig met licht afgeronde punten, hoog aangezet op de schedel en de punten wijzend in de richting van de ogen, naar voren geplaatst boven de ogen en vlak liggend tegen de schedel. Prikoren hoogst ongewenst.

 Nek:

Gemiddelde lengte, sterk, goed aansluitend op de schoft. De losse huid onder de nek mag niet overmatig zijn.

 Lichaam:

Zware rimpels op het lichaam bij volwassen honden zijn hoogst ongewenst, alleen op de schoft en aan de basis van de staart mag deze matig gerimpeld zijn. Rugbelijning: Rugbelijning vertoont een 'dip' vlak achter de schoft en loopt dan iets op naar de lendenen.

Rug:

Kort en sterk.

Lendenen:

Kort, breed, matig gehoekt.

 Kroep/kruis:

Tamelijk vlak.

 Borst: Breed en diep, borstbeen reikt tot aan de elleboog.

Onderlijn: Geleidelijk oplopend onder de lendenen.

Staart:

Dik en rond aan de wortel, taps toelopend naar een fijne punt. De staart is zeer hoog aangezet, een karakteristiek kenmerk van het ras. Kan hoog in een gebogen lijn of in een strakke krul of gebogen over elke zijde van de rug gedragen worden. Geen of een incomplete staart is hoogst ongewenst.

Ledematen:

Voorhand: Voorbenen recht, matig lang, goede bone. De huid vertoont geen rimpels.

Schouders:

Goed bespierd, goed aanliggend en schuin geplaatst.

Middenhand:

Iets schuin geplaatst, sterk en flexibel.

Achterhand:

Gespierd, sterk, matig gehoekt, loodrecht op de grond en parallel aan elkaar van achteren gezien. Rimpels op het bovenbeen, onderbeen en voeten, alsmede verdikkingen van de huid op de hakken is ongewenst.

Hakken:

Laag geplaatst.

Voeten:

Matige grootte, compact, geen spreidvoeten. Tenen goed gewelfd. Achtervoeten vrij van hubertusklauwen.

Gangwerk:

Het gewenste gangwerk is draf. Het gangwerk is vrij, in balans, actief en goed voorwaarts uitgrijpend en met een sterke stuwing vanuit de achterhand. Als het tempo hoger wordt worden de voeten meer nabij de middenlijn neergezet. Steppende gang is ongewenst.

Vacht:

Haren: Een kenmerkende eigenschap van het ras: kort, hard en borstelig. De vacht is recht en van het lichaam afstaand, maar op de ledematen ligt de vacht meestal meer aan. Geen ondervacht. De vacht mag variëren van 1 tot 2,5 cm lengte. Nooit getrimd.

 Kleur: Alle egale kleuren zijn toegestaan, behalve wit. Staart en achterzijde van dijen zijn meestal lichter van kleur. Donkerder gradaties op de rug en oren zijn toegestaan.

 Schofthoogte: 44-51 cm vanaf de schoft. (17,5-20 inch).

 Fouten:

Iedere afwijking van bovenstaande punten moet worden beschouwd als een fout waarbij de ernst die eraan wordt toegekend in overeenstemming moeten zijn met het belang ervan.

Ernstige fouten:

Geen schaargebit (als overgangsregel is een zeer geringe bovenvoorbeet toegestaan).

Spitse voorsnuit

Gevlekte tong (roze vlekken in een zwart/blauwe ondergrond is toegestaan)

Grote oren

Lage staartaanzet

Vacht langer dan 2,5 cm

Diskwalificerende fouten:

Platte voorsnuit met ernstige bovenvoorbijt; ondervoorbijt

Egale roze tong

Naar binnen rollende onderlip waardoor de beet wordt gehinderd (Tight lip)

Ronde uitpuilende ogen, entropion, ectropion

Huid, rimpels of haar die de normale functie van het oog hinderen

Prikoren

Afwezigheid van de staart; korte dikke staart

Zware rimpels op het lichaam (behalve op de schoft en aan de basis van de staart) en poten

Geen egale kleur (albino, brindle, platen, vlekken, black and tan, zadelpatroon)

N.B.:

Reuen moeten twee klaarblijkelijk normale testikels hebben, die volledig zijn ingedaald in het scrotum.

 Opmerking:

Iedere kunstmatige fysieke verandering aan de Shar-Pei (met name aan lippen en ogen) sluit de hond uit van tentoonstellingsdeelname.

 

back